De achtergevel van woningen van de twee VvE's, daterend uit begin 1900, bestaande uit 4 woningen met totaal 4 bouwlagen, had dringend behoefte aan noodzakelijk onderhoud. Het voegwerk was slecht, het metselwerk vertoonde scheuren en 1 borstwering tussen 2 kozijnen dreigde “buikte” uit naar buiten. De houten kozijnen in de gevel waren reeds eerder vervangen door kunststof kozijnen.
De scheuren in het metselwerk leek veroorzaakt te worden door het verroesten van stalen lateien in het metselwerk boven de kozijnen.
Door BDS Bouw is toen een prijsaanbieding gemaakt om het metselwerk van de slechte borstwering compleet te vernieuwen en de stalen lateien boven de kozijnen te ontroesten, te conserveren en daarna het metselwerk herstellen.
Na het plaatsen van het steiger is eerst een uitgebreid onderzoek naar de bouwkundige staat van de achtergevel uitgevoerd. Daaruit bleek dat er in het metselwerk helemaal geen stalen lateien aangebracht waren, maar dat het metselwerk vroeger rustte op de houten kozijnen. Na het verwijderen van de houten kozijnen zijn de borstweringen gaan doorbuigen en scheuren. Bovendien was niet alleen het voegwerk, maar ook de mortel tussen de stenen van een slechte kwaliteit.
In overleg met een constructeur is toen een plan opgesteld om de gevel weer in een goede bouwkundige staat te brengen. De grote borstweringen zijn gesloopt, voorzien van een verzinkt en gepoedercoat stalen latei en weer opgemetseld. De smalle borstweringen zijn voorzien van r.v.s. ankers. De achterliggende voorzetwanden zin geïsoleerd en versterkt.
Door de slechte kwaliteit van het metselwerk waren de stenen redelijk gemakkelijk schoon te bikken en weer te hergebruiken. Zodoende heeft de gerenoveerde gevel geen kleurvlekken in de stenen, welke bij gebruik van nieuwe stenen zeker zichtbaar zouden zijn.
Na het herstel is het geheel gevoegd en gehydrofobeerd.
Het resultaat is dat de bouwkundige staat van de gevel weer is hersteld op een wijze dat de oorspronkelijke statige karakter van deze woningen geen afbreuk is gedaan.